Het ultieme antwoord is onvoorwaardelijke liefde.
Liefde toont de hiaten in het leven.
Waar zoveel wordt gegeven,
blijkt soms toch niets.
Elke gedachte ontdekt de wereld opnieuw.
Ik geraak verder en verder
en kom steeds dichter bij de kern.
Ik ben een voortdurend groeiende reeks ervaringen.
Je zorgt beter voor dat waar je meer van houdt.

Je houdt meer van dat waar je beter voor zorgt.

Copernicus in micro

Wat mensen moeten inzien
is dat de wereld niet om hen draait
maar zij om de wereld.
Waar je liefde in stopt
daar haal je liefde uit.
Mijn nieuwe passen in de ochtend zijn hard.

Maar even. Slechts even, tot ik de koude weer mijn vriend heb gemaakt.
We leven in perfectie samen, de
dagen zijn te kort om
de volheid te bevatten die ons tekent.
Ik weet
niet waar dit ooit moet eindigen
of hoe dat kan maar
zolang
ik nog bij machte ben
droom ik slechts van
jou.
De ware kunst bij geluk
is het niet in woorden willen vatten.
Alles is vergankelijk
op dit moment
besta ik al niet meer.
denken schept de wereld
beeld en taal maken gedachten:
het leven is een prentenboek.
Binnen de grenzen van het lichaam
is alles mogelijk.
Ik wil mij niet onderscheiden op een manier die slecht is voor mij.
Ik wil mij onderscheiden op een manier die goed is voor de wereld.
In mijn wereld
ben jij
de meest gewaardeerde persoon op aarde.

(Een telefonerende tiener op het Leidse)

'Het is allemaal wat'
(waarom)
moet mijn bestaan
altijd ten koste van iets anders gaan?
Je hebt me gehoord
in de stilte die ik verwoord.
Jij bent
vormverandering van inhoud.
Groeit uit je kunnen
en laat delen in wat je weet.
Ik vergenoeg me aan jou
en wikkel je wijsheid als een deken.
Ik zou
nooit iets anders willen,
zelfs niet als dat kon.
Ochtend.
Zon wordt tegen gezicht gewaaid.
Zich kwalijk kijkend naar zaken haastend.
Lijdt men aan maandag.
Zo moe van de oeverloze discussies met mijzelf:
aan het eind heb ik toch altijd gelijk.
je kijkt naar me
want ik zoek je blik
omdat je naar me kijkt
Volledigheid
is zichtbaar in de kleinste deeltjes,
alles wat ik niet ben
maakt mij.
Zo herkenbaar
wat in deze waarheden
door vreemden wordt gepresenteerd.
Ik ken hen niet
toch herken ik hen.
Ik ken hen niet
toch ben ik hen.
(Een afscheidsbrief)

(nu definitief)

Pappa, ik schrijf je dat ik je vergeven ga.
Dat de dagen van destructieve patronen
steeds spaarzamer worden
en ik zonder wrok naar morgen loop
in hoop op ontwikkeling en vrede.

Pappa, de hekel die ik aan je had,
alle kwaden die ik niet in perspectief kon zien...
ze leven in het verleden,
ik laat je weten dat ik je vergeven ga.

(Soms wordt een slachtoffer dader,
heeft een dader intenties die in essentie waar zijn.)

Hier eindigt een bitter verhaal,
gaat onvoorwaardelijke liefde verder.
Ogen nog gesloten
voor het verval van onze tijd.
Uitstel.
Uitstel tot de onvermijdelijkheid
zich opdringt
en het besef komt
dat morgen nooit meer hetzelfde zal zijn.
Dat niets dan nog verwijst naar de zekerheid zoals we die kennen,
elk eigengemaakt pad
onbewandeld is geraakt.
Daar gaat het heen.
Daar gaan wij heen.

Maar niets gaat werkelijk verloren:
uit ieder sterven wordt iets nieuws geboren.
De dichter verschuilt zich
schreeuwend
in zijn werk,
vervalt vaak gemakshalve
in valse bescheidenheid

zou het liefst zelf
in een gedicht gevat
willen worden.
Je proeft me fijn
o de smaakvolle glorie
die je ongeremd vertolkt
in jouw mond bekommer ik me nergens om

Losgeslagen smaaksensatie of
-explosie
consumeren in extase
Niets is uniek.
Mensen spelen met entiteiten
die nooit eigen zijn,
maar gemeengoed blijven...
niets maakt jou echt jou
of mij echt mij.
Mijn moeder is
oneindig deelbaar
overgeleverd en
versplinterd over de wereld,
zodat ik haar steeds weer ergens terug vind
in een geur, of een bloem
of een lied.
Niets gaat ooit verloren.

Jouw bloed is mijn bloed
en ik draag het mee naar de toekomst
in een gonzend vertrouwen
dat alle dingen
steeds terug zullen keren.